
De digitale biechtstoel
Over hoe we privégevoelens publiek maken — en waarom dat tegelijk bevrijdend én riskant is. Er was een tijd – voor mij ergens tussen de jaren zestig en zeventig – waarin een mens, als hij in de knoop zat, naar de biechtstoel stapte. Het was een plaats waar de deur zwaar dichtviel en de buitenwereld even ophield te bestaan. Het hout rook naar wierook en ouderdom, en achter het rooster wachtte een stem die luisterde. Soms sprak je er over schuld of schaamte, soms biechtte je zo maar wat pekelzondes op, maar som ging het ook over verdriet en existentiële vragen, soms over twijfels die je aan niemand anders durfde toe te vertrouwen. De priester was niet alleen de bewaker









